De fiscus heeft, naargelang de omstandigheden, verschillende termijnen waarin hij onderzoeksdaden kan verrichten en een aanslag kan vestigen. Zo bedraagt de termijn drie jaar als de belastingplichtige zelf geen aangifte indient. Deze termijn wordt verlengd tot zeven jaar in geval van fraude. De fiscus heeft nu een nieuwe mogelijkheid om de termijn te verlengen. Als hij inlichtingen krijgt van een buitenlandse autoriteit, krijgt hij immers twee jaar extra, zelfs als er geen sprake is van fraude.